
De transitie naar een circulaire economie is geen idealistische droom, maar de meest concrete strategie voor uw maakbedrijf om kosten te verlagen en nieuwe, stabiele inkomsten te genereren.
- Analyseer uw volledige waardeketen, niet enkel uw eigen afval, om verborgen waarde te ontsluiten.
- Focus op rendementsmodellen zoals ‘Product-as-a-Service’ en ‘refurbishing’ voor een voorspelbare cashflow en klantenbinding.
Aanbeveling: Begin met een audit van één specifieke afvalstroom en bereken de businesscase voor de valorisatie ervan om de rentabiliteit te bewijzen.
Voor veel productiebedrijven in België voelt de druk om te verduurzamen als een extra last op de operationele kosten. Afvalstromen worden gezien als een onvermijdelijke, dure post. De gangbare adviezen blijven vaak steken in vage concepten als ‘beter recycleren’ of ‘goed zijn voor de planeet’. Dit zijn nobele doelen, maar ze bieden geen antwoord op de kernvraag van elke bedrijfsleider: wat levert het op?
Deze aanpak negeert de essentie. De circulaire economie is fundamenteel een economisch model, geen ecologisch liefdadigheidsproject. Het gaat niet over het minimaliseren van kosten, maar over het maximaliseren van waarde. Wat als we de vraag omdraaien? Wat als uw afval geen kost meer is, maar een ondergewaardeerde asset? De sleutel tot deze transformatie ligt niet in het louter ‘groener’ worden, maar in het strategisch herdenken van uw processen, van productontwerp tot klantenrelatie, met winstgevendheid als leidraad.
Dit artikel doorbreekt de mythe van circulariteit als kostenpost. We focussen uitsluitend op de concrete, rendabele strategieën die u als Belgische KMO kunt implementeren. We duiken in de financiële voordelen van verhuurmodellen, de impact van EU-wetgeving op uw productdesign en de logistieke keten die nodig is om restwaarde te maximaliseren. Het doel is u een praktisch stappenplan te bieden om van uw afvalstromen een nieuwe, betrouwbare inkomstenbron te maken, zonder te vervallen in greenwashing.
Voor wie de kernprincipes liever visueel tot zich neemt, biedt de volgende video een conceptuele duik in het principe van ‘emergentie’, waarbij complexe systemen (zoals een circulaire economie) ontstaan uit de interactie van eenvoudigere onderdelen.
In de volgende hoofdstukken ontleden we de bouwstenen van een winstgevend circulair model. We bekijken elke stap in de keten, van inkoop bij leveranciers tot de verkoop van een gereviseerd product, en analyseren de economische drijfveren achter elke beslissing.
Inhoudstafel: Van afvalkost naar winstgevende asset
- Waarom u alleen circulair kunt worden als uw toeleveranciers meewerken
- Is het verhuren van uw machines winstgevender dan verkopen op lange termijn?
- Wat betekent de nieuwe EU-wetgeving voor het design van uw consumentenproducten?
- Hoe krijgt u gebruikte producten efficiënt terug naar de fabriek voor refurbishing?
- Zijn Vlaamse klanten bereid de volle pot te betalen voor ’tweedehands met garantie’?
- Kiest u voor een fonds dat oliebedrijven weert of dat de ‘schoonste’ oliebedrijven steunt?
- Hoe trekt u een krachtige bisque van de restjes na het pellen?
- Kunt u de wereld verbeteren én een goed rendement halen met uw spaargeld?
Waarom u alleen circulair kunt worden als uw toeleveranciers meewerken
De grootste misvatting over de circulaire economie is dat het een intern optimalisatieproces is. In realiteit begint en eindigt de cirkel buiten uw fabrieksmuren. Zonder de actieve medewerking van uw toeleveranciers is elke poging tot circulariteit gedoemd te falen. Het gaat niet om het verwerken van het afval dat u toevallig produceert, maar om het strategisch sturen van de materialen die uw bedrijf binnenkomen. Dit vraagt om een fundamentele verschuiving van een transactionele relatie naar een strategisch partnerschap.
Een succesvolle circulaire transitie vereist waardeketen-optimalisatie. Dit betekent dat u samen met uw leveranciers afspraken maakt over de zuiverheid van materialen, de modulariteit van componenten en de mogelijkheid tot terugname. De focus ligt op het creëren van een zuivere, hoogwaardige reststroom die zijn waarde behoudt. Dit is waar de echte winst te rapen valt, zoals bewezen door pioniers in de sector. De illustratie hieronder vat de essentie van deze samenwerking samen: het gezamenlijk uittekenen van een nieuwe, circulaire waardestroom.

De case van Umicore in België is hier een perfect voorbeeld van. Door intensief samen te werken met leveranciers van elektronisch afval, slagen ze erin om complexe afvalstromen om te zetten in pure, waardevolle metalen. Hun model is uiterst rendabel omdat ze de controle hebben over de input.
Umicore PMR: Wereldleider in recyclage van complexe afvalstromen
Umicore Precious Metals Refining in Hoboken is een van de grootste recyclageparken voor edelmetalen ter wereld en een leider in het recycleren van complexe afvalstromen. Volgens een analyse van hun activiteiten op Vlaanderen Circulair, is het recycleren van deze materialen zeer winstgevend omdat de waarde van metaal niet daalt. Sterker nog, één ton e-afval kan tot 100 keer meer goud opleveren dan wat uit een goudmijn wordt gehaald. Dit succes is direct gelinkt aan hun vermogen om zuivere afvalstromen te verkrijgen via strategische partnerschappen.
Uw rol verschuift van een passieve afnemer naar een actieve regisseur van de materiaalstroom. Dit vereist duidelijke inkoopvoorwaarden, gedeelde data en gezamenlijke investeringen in logistiek, maar de return on investment via restwaarde-maximalisatie is aanzienlijk.
Is het verhuren van uw machines winstgevender dan verkopen op lange termijn?
Het idee om kapitaalgoederen te verhuren in plaats van te verkopen, ook bekend als Product-as-a-Service (PaaS), is een van de krachtigste hefbomen voor een winstgevend circulair model. Het verandert de economische logica fundamenteel. In plaats van een eenmalige, hoge omzet, creëert u een stabiele, voorspelbare stroom van maandelijkse inkomsten. Dit heeft een directe impact op uw operationele cashflow en de waardering van uw bedrijf. Bovendien, en cruciaal voor circulariteit, blijft u eigenaar van de materialen.
Dit eigenaarschap is de sleutel tot restwaarde-maximalisatie. Wanneer een machine aan het einde van zijn gebruiksduur is, komt hij automatisch terug naar u, de producent. U heeft volledige controle over de demontage, het hergebruik van componenten en de recyclage van grondstoffen. In een traditioneel verkoopmodel verliest u deze controle volledig. De machine verdwijnt en de waardevolle materialen erin zijn voorgoed verloren. De omvang van het potentieel is enorm; recent OVAM-onderzoek, geciteerd door Wolters Kluwer, toonde aan dat in Vlaanderen in 2022 alleen al 31,4 miljoen ton bedrijfsafval werd geproduceerd. Een aanzienlijk deel hiervan bevat waardevolle materialen die via PaaS-modellen in de keten gehouden kunnen worden.
De overstap naar een PaaS-model vereist een andere financiële en operationele aanpak. De onderstaande tabel, gebaseerd op inzichten van OVAM, zet de belangrijkste verschillen op een rij en maakt duidelijk waarom PaaS op lange termijn vaak de superieure keuze is voor zowel rendabiliteit als circulariteit.
| Aspect | Traditionele Verkoop | Product-as-a-Service (PaaS) |
|---|---|---|
| BTW-inning | 21% direct bij verkoop | 21% gespreid over contractduur |
| Cashflow | Eenmalige grote instroom | Stabiele maandelijkse inkomsten |
| Klantrelatie | Transactioneel, eenmalig | Langdurig partnerschap |
| Eigendom materialen | Overdracht naar klant | Behoud bij producent |
| Onderhoudskosten | Voor rekening klant | Inbegrepen in servicemodel |
| Circulaire waarde | Laag – geen controle na verkoop | Hoog – terugname gegarandeerd |
De klantrelatie verandert eveneens van een eenmalige transactie naar een langdurig partnerschap. Dit biedt kansen voor upselling, cross-selling en continue feedback, wat leidt tot betere productontwikkeling en een sterkere marktpositie.
Wat betekent de nieuwe EU-wetgeving voor het design van uw consumentenproducten?
De Europese Unie verhoogt de druk op producenten aanzienlijk met de nieuwe Ecodesign for Sustainable Products Regulation (ESPR). Deze wetgeving is geen vage aanbeveling, maar een bindend kader dat de manier waarop u producten ontwerpt, produceert en op de markt brengt, drastisch zal veranderen. De kernboodschap is duidelijk: de verantwoordelijkheid voor een product eindigt niet bij de verkoop. Producenten worden verplicht om producten te ontwerpen die langer meegaan, makkelijker te herstellen zijn en efficiënt gerecycleerd kunnen worden. Dit is een vorm van risicobeheersing: wie nu niet handelt, zal straks niet meer kunnen verkopen op de Europese markt.
Zoals de Vlaamse afvalstoffenmaatschappij OVAM stelt, is de ontwerpfase de meest cruciale stap.
In een circulaire economie worden tal van strategieën toegepast om materialen en producten van bij de start zo te ontwerpen dat ze blijvend hoogwaardig in de economie kunnen worden ingezet.
Dit betekent concreet dat principes als ‘design for disassembly’ (ontwerp voor demontage) en modulariteit de nieuwe norm worden. Producten moeten eenvoudig uit elkaar te halen zijn, zodat componenten vervangen of geüpgraded kunnen worden. Dit wordt ondersteund door de ‘Right to Repair’-wetgeving, die eist dat reserveonderdelen beschikbaar zijn. Visueel kan dit worden voorgesteld als een product dat is opgebouwd uit duidelijke, vervangbare modules.

Voor een KMO in de maakindustrie is het essentieel om deze nieuwe regels niet als een bedreiging te zien, maar als een commerciële opportuniteit. Een repareerbaar, modulair product biedt de basis voor nieuwe diensten, zoals reparaties, upgrades en de verkoop van reserveonderdelen. De volgende checklist biedt een concreet stappenplan om uw productontwerp in lijn te brengen met de komende EU-eisen.
Actieplan: Implementatie van EU Ecodesign voor Belgische KMO’s
- Analyseer uw huidige productontwerp op repareerbaarheid en modulaire opbouw om zwakke punten te identificeren.
- Implementeer een materialenpaspoort om de traceerbaarheid van alle componenten en grondstoffen te garanderen.
- Pas ‘design for disassembly’-principes toe in de ontwikkeling van nieuwe producten voor efficiënt hergebruik.
- Bereid u voor op het digitale productpaspoort, zoals vereist door de ESPR-regelgeving.
- Zorg voor de beschikbaarheid van reserveonderdelen conform de ‘Right to Repair’-wetgeving voor minstens 7-10 jaar.
Bedrijven die deze principes omarmen, zullen niet alleen voldoen aan de wet, maar ook een concurrentievoordeel opbouwen door producten aan te bieden die kwalitatiever, duurzamer en economisch aantrekkelijker zijn op de lange termijn.
Hoe krijgt u gebruikte producten efficiënt terug naar de fabriek voor refurbishing?
Een product ontwerpen voor hergebruik is één ding; het daadwerkelijk terugkrijgen van de klant is een compleet andere uitdaging. Dit proces, bekend als reverse logistics, is vaak de zwakste schakel in een circulair model. Het opzetten van een efficiënt en kosteneffectief retoursysteem is essentieel voor het succes van elke refurbishing- of remanufacturing-strategie. Zonder een betrouwbare stroom van ‘oude’ producten, valt het hele rendementsmodel in duigen. De sleutel is het wegnemen van elke drempel voor de klant om het product te retourneren.
In Vlaanderen bestaat hiervoor een uniek en efficiënt ecosysteem. In plaats van zelf een duur en complex logistiek netwerk op te bouwen, kunnen bedrijven samenwerken met de bestaande infrastructuur van maatwerkbedrijven en kringloopcentra. Deze organisaties zijn gespecialiseerd in het ophalen, sorteren en vaak zelfs de eerste demontage van gebruikte goederen. Deze samenwerking is niet alleen logistiek efficiënt, maar creëert ook een sterke maatschappelijke meerwaarde.
De Vlaamse overheid stimuleert deze aanpak actief. De investering van 30 miljoen euro in de Vlaamse Recyclagehub door de Vlaamse regering is een duidelijk signaal dat de uitbouw van deze reverse logistics infrastructuur een strategische prioriteit is. Voor KMO’s is dit een kans om aan te haken bij een gesubsidieerd en professioneel netwerk.
Kringloopcentra als partner in de circulaire economie
Het model van de door OVAM erkende kringloopcentra in Vlaanderen is uniek in Europa. Zoals beschreven in een analyse van OVAM over de rol van deze centra, combineren zij producthergebruik met sociale tewerkstelling. Veel van deze centra zijn maatwerkbedrijven, erkend door het Departement Werk en Sociale Economie. Voor een producent bieden zij een betrouwbare partner voor het verzamelen en voorsorteren van producten, wat de basis legt voor een rendabel refurbishingproces. Initiatieven zoals Living Labs, ondersteund door VLAIO en Vlaanderen Circulair, versterken deze samenwerking verder.
Door slimme partnerschappen aan te gaan, kan een KMO de complexiteit en kosten van reverse logistics drastisch verlagen, terwijl de aanvoer van waardevolle producten voor hergebruik wordt gegarandeerd.
Zijn Vlaamse klanten bereid de volle pot te betalen voor ’tweedehands met garantie’?
De laatste, en misschien wel meest cruciale, vraag in de circulaire keten is die van de markt. Is er vraag naar refurbished producten? En zo ja, tegen welke prijs? De perceptie van ’tweedehands’ is vaak negatief, geassocieerd met een lagere kwaliteit en geen service. Het is daarom van vitaal belang om een duidelijk onderscheid te maken tussen ’tweedehands’ en ‘professioneel refurbished’. Een refurbished product is niet zomaar een doorverkoop; het is een product dat een volledig revisieproces heeft doorlopen, getest is, en – cruciaal – verkocht wordt met garantie.
Deze garantie is de sleutel tot het winnen van het consumentenvertrouwen. Het signaleert dat u als producent volledig achter de kwaliteit van het product staat. In België is dit vertrouwen wettelijk verankerd: consumenten hebben recht op minimaal één jaar garantie op refurbished goederen. Veel professionele aanbieders gaan verder en bieden twee jaar, gelijk aan nieuwe producten. Dit neutraliseert het belangrijkste aankoopbezwaar van de klant: het risico op een defect.
De economische motivatie voor bedrijven om hierop in te zetten, gaat verder dan alleen de verkoopprijs. Zoals een analyse van Vlaanderen Circulair, gepubliceerd door VOKA, aantoont, is circulariteit een krachtige strategie voor risicobeheersing.
Uit de jongste veerkrachtenquête van Vlaanderen Circulair bleek dat tijdens de covid-crisis de meest succesvolle bedrijven steeds vaker kiezen voor circulaire strategieën. Wie meer inzet op circulariteit, wordt minder afhankelijk van de volatiele grondstoffenprijzen.
– VOKA, Ondernemers Magazine
Een succesvolle verkoop van refurbished producten hangt dus niet af van een lage prijs, maar van een sterke waardepropositie: dezelfde kwaliteit en service als nieuw, voor een aantrekkelijkere prijs, met een positieve milieu-impact als bonus. De communicatie moet focussen op betrouwbaarheid, garantie en de slimme, economische keuze die de klant maakt.
De vraag is dus niet óf de Vlaamse klant bereid is te betalen, maar of u in staat bent een betrouwbaar, kwalitatief en goed gegarandeerd refurbished product aan te bieden dat het vertrouwen van die klant verdient.
Kiest u voor een fonds dat oliebedrijven weert of dat de ‘schoonste’ oliebedrijven steunt?
Deze vraag uit de financiële wereld lijkt ver af te staan van de dagelijkse realiteit van een maakbedrijf, maar de onderliggende logica is perfect toepasbaar op uw circulaire strategie. Het dilemma is een metafoor voor uw leveranciersbeleid. Wanneer u uw waardeketen circulair wilt maken, staat u voor een gelijkaardige keuze: sluit u ‘vervuilende’ of niet-meewerkende leveranciers volledig uit (de ‘divestment’-strategie)? Of kiest u ervoor om juist met hen in zee te gaan en hen te stimuleren om hun processen te verbeteren (de ‘best-in-class’-strategie)?
De ‘divestment’-aanpak is de meest eenvoudige. U stelt strikte circulaire eisen en wie niet voldoet, wordt geweerd. Dit garandeert op korte termijn een zuivere instroom, maar het beperkt uw keuze en kan leiden tot hogere inkoopprijzen of afhankelijkheid van een klein aantal ‘perfecte’ leveranciers. Het is een defensieve strategie die risico’s minimaliseert, maar weinig innovatie stimuleert in de bredere keten.
De ‘best-in-class’ benadering, of ‘engagement’, is complexer maar strategisch vaak krachtiger. Hierbij identificeert u leveranciers die misschien nog niet perfect zijn, maar wel de wil en het potentieel hebben om te veranderen. U investeert in de relatie, deelt kennis en creëert gezamenlijke projecten om hun processen en materialen te verbeteren. Dit is een offensieve strategie. U bouwt aan een veerkrachtiger en meer innovatief ecosysteem. In plaats van te concurreren om een beperkt aantal ‘groene’ leveranciers, creëert u zelf nieuwe.
Voor een KMO is een hybride model vaak het meest realistisch: stel strikte basisvereisten (uitsluiting) voor de meerderheid van uw leveranciers, maar ga tegelijkertijd een diepgaand partnerschap (engagement) aan met enkele strategische partners waar het potentieel voor waardeketen-optimalisatie het grootst is.
Hoe trekt u een krachtige bisque van de restjes na het pellen?
Op het eerste gezicht heeft deze culinaire vraag niets te maken met industriële processen. Toch is het de perfecte metafoor voor de kern van een winstgevende circulaire economie: restwaarde-maximalisatie. In de gastronomie worden de karkassen van schaaldieren niet weggegooid; ze worden gezien als de basis voor een bisque, een product met een zeer hoge toegevoegde waarde. Het ‘afval’ wordt een luxeproduct. Dit is exact de mentaliteitswijziging die nodig is in de maakindustrie.
Uw afvalstromen – zaagsel, metaalschroot, snijresten van textiel, afgedankte elektronica – zijn uw ‘karkassen’. De standaardbenadering is om ze tegen een lage prijs af te voeren voor downcycling, of zelfs te betalen voor de verwerking ervan. Dit is het equivalent van de karkassen in de vuilbak gooien. De ‘bisque’-strategie vraagt: hoe kan ik van deze laagwaardige reststroom een hoogwaardig nieuw product maken? Dit proces heet upcycling.
De eerste stap is, net als in de keuken, de ‘mise en place’: de zuiverheid van de reststroom. Een kok zal de karkassen apart houden van ander keukenafval. Zo moet een industrieel bedrijf ook zijn reststromen aan de bron selectief scheiden. Een zuivere stroom van één type plastic is veel meer waard dan een gemengde container. De tweede stap is het ‘recept’: de technologie of het proces om de reststroom te transformeren. Dit kan een mechanisch proces zijn (bv. het persen van houtresten tot pellets) of een chemisch proces (bv. het depolymeriseren van plastics).
Het rendement wordt bepaald door het verschil tussen de waarde van het geüpcyclede product en de kosten van de transformatie. In veel gevallen, net als bij een bisque, overstijgt de waarde van het eindproduct vele malen de waarde van de oorspronkelijke ‘restjes’.
Essentiële inzichten
- Uw circulaire rendementsmodel staat of valt met de samenwerking en de afspraken die u maakt met uw toeleveranciers.
- Product-as-a-Service (PaaS) transformeert een eenmalige verkoop naar een stabiele cashflow en garandeert de terugkeer van waardevolle materialen.
- EU Ecodesign-wetgeving is geen last, maar een opportuniteit om via repareerbare en modulaire producten nieuwe service-inkomsten te genereren.
Kunt u de wereld verbeteren én een goed rendement halen met uw spaargeld?
We sluiten de cirkel door terug te keren naar een fundamentele vraag, maar passen ze toe op uw bedrijf. Vervang ‘spaargeld’ door ‘bedrijfskapitaal’ – uw machines, materialen, kennis en mensen. De vraag wordt dan: kunt u als maakbedrijf ecologisch duurzamer worden én tegelijk uw winstgevendheid verhogen? Het antwoord, zoals dit artikel heeft aangetoond, is een volmondig ‘ja’. Sterker nog, in de economie van morgen zullen deze twee onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
De strategieën die we hebben besproken – van waardeketen-optimalisatie en PaaS-modellen tot design for disassembly en upcycling – zijn geen filantropische projecten. Het zijn stuk voor stuk bewezen rendementsmodellen. Ze verminderen uw afhankelijkheid van volatiele grondstofprijzen, creëren nieuwe en stabiele inkomstenstromen, versterken uw klantenrelaties en wapenen uw bedrijf tegen strengere milieuwetgeving. Dit is geen ‘greenwashing’, maar pure, economische logica.
De transformatie van een lineair naar een circulair model is een strategische bedrijfstransitie, geen oppervlakkige marketingcampagne. Het vereist een langetermijnvisie en de bereidheid om te investeren in processen, technologie en partnerschappen. Maar de return on investment is niet alleen een betere wereld, maar vooral een veerkrachtiger, innovatiever en winstgevender bedrijf.
De eerste stap is de moeilijkste: uw mindset veranderen en afval niet langer als een kost zien, maar als een opportuniteit. Begin vandaag nog met de audit van één enkele afvalstroom en bereken de businesscase. De cijfers zullen u overtuigen.
Veelgestelde vragen over Refurbished Producten
Wat is het verschil tussen refurbished en tweedehands?
Refurbished producten zijn professioneel gereviseerd, getest en voorzien van garantie, terwijl tweedehands producten worden verkocht in de staat waarin ze zijn zonder garanties of kwaliteitscontrole.
Hoeveel garantie krijg ik op een refurbished product?
In België hebben consumenten recht op minimum 1 jaar garantie op refurbished producten, maar veel professionele refurbishers bieden 2 jaar garantie aan, gelijk aan nieuwe producten.
Waarom zou ik kiezen voor refurbished in plaats van nieuw?
Refurbished producten bieden dezelfde kwaliteit en service als nieuw tegen een lagere prijs, met een positieve impact op het milieu door het vermijden van nieuwe productie en afval.